Met dank aan Ellen Hartman, OCLC, voor het vertalen van de oorspronkelijke Engelstalige blogpost.
Op 8 maart 2021 werd een Nederlandse ronde tafel discussie georganiseerd als onderdeel van de OCLC Research Discussieserie over Next Generation metadata.
Bibliothecarissen, met achtergronden in metadata, bibliotheeksystemen, de nationale bibliografie en back-office processen, namen deel aan deze sessie. Hierbij werd een mooie variatie aan academische en erfgoed instellingen in Nederland en België vertegenwoordigd. De deelnemers waren geëngageerd, eerlijk en leverden met hun kennis en inzicht constructieve bijdragen aan een prettige uitwisseling van kennis.
In kaart brengen van initiatieven
Net als in de andere ronde tafel sessies werden de deelnemers gevraagd om in kaart te helpen brengen wat voor next generation metadata initiatieven er in Nederland en België worden ontplooid. De kaart die daarmee werd gevuld laat zien dat in deze regio een sterke vertegenwoordiging is van bibliografische en erfgoed projecten (zie de linker helft van de matrix). Verschillende next-generation metadata projecten van de Koninklijke Bibliotheek Nederland werden omschreven, zoals:
- Automatische metadata creatie, waarbij tools voor het taggen en catalogiseren van naam authority records worden geïdentificeerd en getest.
- De Entity Finder, een tool die wordt ontwikkeld om RDA entities (personen, werken en expressies) te helpen ontlenen vanuit authorities en bibliografische records.
De Digitale Erfgoed Referentie Architectuur (DERA) is ontwikkeld als onderdeel van een nationale strategie voor digitaal erfgoed in Nederland. Het is een framework voor het beheren en publiceren van erfgoed informatie als linked open data (LOD), op basis van overeengekomen conventies en afspraken. Het van Gogh Worldwide platform is een voorbeeld van de applicatie van DERA, waar metadata gerelateerd aan de kunstwerken van van Gogh, die in bezit zijn van Nederlandse erfgoed instellingen en in privé bezit worden geaggregeerd.
Een noemenswaardig in kaart gebracht initiatief op het gebied van Research Informatie Management (RIM) en Scholarly Communications was de Nederlandse Open Knowledge Base. Een in het afgelopen jaar opgestart initiatief binnen de context van de deal tussen Elsevier en VSNU, NFU en NWO om gezamenlijk open science services te ontwikkelen op basis van RIM systemen, Elsevier databases, analytics oplossingen en de databases van de Nederlandse onderzoeksinstellingen. De Open Knowledge Base zal nieuwe applicaties kunnen voeden met informatie, zoals een dashboard voor het monitoren van de sustainable development goals van de universiteiten. Het uitgangspunt van de Knowledge Base is het significant kunnen verbeteren van de analyse van de impact van research.
Wat houdt ons tegen?
Ondanks dat er tijdens de sessie innovatieve projecten in kaart werden gebracht, werd er net als in sommige andere sessies, onduidelijkheid gevoeld over hoe we nu verder door kunnen ontwikkelen. Ook was er sprake van enig ongeduld met de snelheid van de transitie naar next generation metadata. Sommige bibliotheken waren gefrustreerd over het gebrek aan tools binnen de huidige generatie systemen om deze transitie te versnellen. Zoals de integratie van Persistant Identifiers (PID), lokale authorities of links met externe bronnen. Meerdere tools moeten gebruiken voor een workflow voelt als een stap terug in plaats van vooruit.
Buiten praktische belemmeringen werd de discussie vooral gedomineerd door de vraag wat ons tegenhoudt in deze ontwikkeling. Met zoveel bibliografische data die al als LOD gepubliceerd wordt, wat is er dan verder nodig om deze data te linken? Zouden we niet op zoek moeten naar partners om samen een kennis-ecosysteem te ontwikkelen?
Vertrouwen op externe data
Een deelnemer gaf aan dat bibliotheken voorzichtig of terughoudend zijn met de databronnen waarmee ze willen linken. Authority files zijn betrouwbare bronnen, waarvoor er nog geen gelijkwaardige alternatieven bestaan in het zich nog ontwikkelende linked data ecosysteem. Het gebrek aan conventies voor de betrouwbaarheid is misschien een reden waarom bibliotheken misschien wat terughoudend zijn in het aangaan van linked data partnerschappen of terug deinzen voor het vertrouwen op externe data, zelfs van gevestigde bronnen als Wikidata. Want, het linken naar een databron is een indicatie van vertrouwen en een erkenning van de datakwaliteit.
Het gesprek ging vervolgens verder over linked datamodellen. Welke data creëer je zelf? Hoe geef je je data vorm en link je met andere data? Sommige deelnemers gaven aan dat er nog steeds een gebrek aan afspraken en duidelijkheid is over concepten zoals een “werk”. Anderen gaven aan dat het vormgeven van concepten precies is waar linked data om draait en dat meerdere onthologieën naast elkaar kunnen bestaan. In andere woorden, het is misschien niet nodig om de naamgeving in harde standaarden te vatten.
“Er is geen uniek semantisch model. Wanneer je verwijst naar gegevens die al door anderen zijn gedefinieerd, geef je de controle over dat stukje informatie op, en dat kan een mentale barrière zijn tegen het op de juiste manier werken met linked data. Het is veel veiliger om alle data in je eigen silo op te slaan en te beheren. Maar op het moment dat je dat los kunt laten, kan de wereld natuurlijk veel rijker worden dan je in je eentje ooit kunt bereiken.”
Oefenen met denken in linked data
Het gesprek ging verder met een discussie over wat we kunnen doen om bibliotheekmedewerkers die catalogiseren te trainen. Een van de deelnemers vond dat het handig zou zijn om te beginnen met ze te leren te denken in linked dataconcepten en om te oefenen met het opbouwen van een knowledge graph en het experimenteren met het bouwen van verschillende structuren. Net als dat een kind dat doet door met LEGO te spelen. De deelnemers waren het erover eens dat we op dit moment nog te weinig kennis hebben van de mogelijkheden en de consequenties van het gebruik van linked data.
“We moeten leren onszelf te zien als uitgevers van metadata, zodat anderen het kunnen vinden – maar we hebben geen idee wie de anderen zijn, we moeten zelfs groter denken dan de NACO van de Library of Congress of WorldCat. We hebben het niet langer over de records die we maken, maar over stukjes records die uniek zijn, want veel komt al van elders. We moeten ons dit realiseren en onszelf afvragen: wat is onze rol in het grotere geheel? Dit is erg moeilijk om te doen!”
De deelnemers gaven aan dat het erg belangrijk was om deze discussie binnen hun bibliotheek op gang te brengen. Maar hoe doe je dat precies? Het is een groot onderwerp en het zou mooi zijn als daar vanuit het management ook aandacht voor is.
Niet relevant voor mijn bibliotheek
Een leidinggevende binnen de deelnemersgroep reageerde hierop en gaf aan:
“Het valt me op dat de hoeveelheid bibliotheken die hier nog echt mee te maken hebben kleiner wordt. (…) [In mijn bibliotheek] produceren we nauwelijks zelf nog metadata. (…) Als we kijken naar wat we zelf nog produceren is dat bijvoorbeeld nog het beschrijven van foto’s van een studentenvereniging, eigenlijk niets dus. Metadata is eigenlijk alleen nog een onderwerp voor een kleine groep specialisten.”
Hoe provocerend deze observatie ook was, dit weerspiegelt wel een realiteit die we moeten erkennen en tegelijkertijd in perspectief moeten plaatsen. Daar was helaas geen tijd voor, want de sessie liep ten einde. Het was zeker een gesprek waar we nog een tijd hadden kunnen doorpraten!
Over de OCLC Research Discussie Serie over Next Generation Metadata
In maart 2021 hield OCLC Research een discussiereeks gericht op twee rapporten:
De rondetafelgesprekken werden gehouden in verschillende Europese talen en de deelnemers konden hun eigen ervaringen delen, een beter begrip krijgen van het onderwerp en kregen handvatten om vol vertrouwen plannen te maken voor de toekomst. .
De plenaire openingssessie opende de vloer voor discussie en verkenning en introduceerde het thema en de bijbehorende onderwerpen. Samenvattingen van alle rondetafelgesprekken worden gepubliceerd op de OCLC Research-blog Hanging Together.
Op de afsluitende plenaire vergadering op 13 april werden de verschillende rondetafelgesprekken samengevat.
Titia van der Werf is a Senior Program Officer in OCLC Research based in OCLC’s Leiden office. Titia coordinates and extends OCLC Research work throughout Europe and has special responsibilities for interactions with OCLC Research Library Partners in Europe. She represents OCLC in European and international library and cultural heritage venues.